Huiswerk- en studiebeleid

Waarom geven we huiswerk?

Huiswerk vormt een belangrijk onderdeel van het leerproces dat in de klas wordt opgestart.
De doelstelling van huiswerk is tweeledig:
– Enerzijds wordt de geziene leerstof uit de klas verder ingeoefend en herhaald om zo:
o de leerstof te automatiseren.
o Het geheugen te trainen
o De leerstof in te prenten.
– Anderzijds is huiswerk uiterst geschikt om vaardigheden als leren leren, leren plannen en een leer- en werkhouding onder de knie te krijgen. Via huiswerk kunnen kinderen zichzelf een gestructureerd werkpatroon eigen maken en op onderzoek gaan naar wat voor hen de beste studiemethode is.

Huiswerk is essentieel om onze leerlingen een attitude van zelfstandigheid en plichtsbewustzijn bij te brengen. Die attitudes zijn nodig om leerlingen op te voeden tot volwaardige deelnemers aan onze snel veranderende kennissamenleving waarin levenslang leren meer en meer centraal komt te staan. Het huiswerk vormt een belangrijke indicator voor de leerkracht om te achterhalen of de leerstof al dan niet gekend is. De leerkracht kan er zijn lesgeven op bijsturen of het kan een reden zijn om extra zorg in te schakelen voor bepaalde leerlingen.

Wat geven we als huiswerk?

Om het huiswerkbeleid transparant te maken, staat hieronder een kort overzicht van de werkwijze per leerjaar. Ieder leerjaar heeft zijn structuur maar over alle leerjaren heen is er geen huiswerk op woensdag en wordt er nooit nieuwe leerstof als huistaak opgegeven. Omdat er in de verschillende klassen van één leerjaar parallel gewerkt wordt, streven we ernaar om per leerjaar dezelfde taken en lessen op te geven maar dit kan variëren op weekbasis. Bij de taken vermelden we telkens een richttijd maar bij de lessen is dit moeilijk te duiden aangezien dit erg kindgebonden is.
– Eerste leerjaar: Elke dag herhalen van de leesles (samen met een ouder). Telkens 1 huistaakblaadje taal of rekenen (15 minuten)
– Tweede leerjaar: Elke dag 1 taak: rekenen en/ of spelling Elke dag 1 les (30 minuten)
– Derde leerjaar: Elke dag 1 taak: spelling of rekenen Elke dag 1 les (30 minuten)
– Vierde leerjaar: Elke dag 1 taak: wiskunde of taal Les: inoefening van de gegeven leerstof van die dag (30 minuten)
– Vijfde leerjaar: Elke dag 1 of 2 taken A-les: kan elke dag ter inoefening van de gegeven leerstof. B-lessen worden opgegeven op vrijdag voor de komende week (40 minuten)
– Zesde leerjaar:
 A-lessen: om leerstof van die lesdag in te studeren.
B-lessen: om grotere gehelen leerstof te studeren –worden opgegeven op donderdag voor de volgende week. (40 minuten)

De leerkracht kijkt er voornamelijk op toe dat het huiswerk zinvol is. Omwille van de verschillende doelstellingen die we met huiswerk nastreven, worden de opdrachten steeds gevarieerder in een hoger leerjaar. Waar we in het eerste leerjaar voornamelijk lezen en rekenen aanbieden om te automatiseren, kunnen we in de derde graad ook taken meegeven die complexere vaardigheden aanspreken: samenvatten, opzoekingswerk op de computer of in het woordenboek. In de derde graad komt het regelmatig voor dat taken en lessen gepland moeten worden. De taken worden tegen de volgende schooldag gemaakt, tenzij anders vermeld in de agenda.

Lessen:

Voor de lessen werken we met A -, B- en H- lessen:
 – Een A-les is enkel leerstof van de dag zelf. Op die manier leren de kinderen de leerstof die ze de dag zelf hebben gezien systematisch te herhalen. Van deze leerstof wordt af en toe onverwacht een kleine toets afgenomen.
– Een B-les is een aankondiging van een grote toets en wordt minstens tweemaal in de agenda genoteerd: een eerste maal met de datum waarop de toets zal plaatsvinden (blauw); de tweede maal de dag voor de toets (groen). Een aangekondigde B-toets gaat ook daadwerkelijk door op de afgesproken datum. We proberen de B-toetsen zo ver mogelijk op voorhand aan te kondigen zodat leerlingen leren planmatig werken.
– Naast de A- en B-lessen wordt er in het zesde ook nog gebruik gemaakt van H-lessen: dit zijn herhalingslessen in aanloop van de examens. Ook vanuit de taalklas en de kangoeroeklas kan de zorgleerkracht een huistaak opgeven. Dit wordt in de schoolagenda genoteerd en wordt meestal gepland tegen de komende week. Dit werkt ook zo voor toetsen vanuit de taalklas.

Naast de schriftelijke huistaken bieden we onze leerlingen ook de kans om op de computer de leerstof verder in te oefenen. Bingel en Ambrasoft zijn daar uiterst geschikt voor maar worden voornamelijk vrijblijvend aangeboden als oefenkans.

Engagement:

Het huiswerk… een engagement van iedereen! Huiswerk geeft de ouders ook zicht op wat er in de school gebeurt. Ouders zien waarmee het kind bezig is, of het de leerstof begrijpt, waar het kind staat met de schoolse prestaties. Die brug tussen school en gezin werkt ook in omgekeerde zin: ook de leerkracht krijgt van zijn kant een stukje inkijk op de thuissituatie van leerlingen. Zo wordt huiswerk een zaak van de ouders én de school. Ieder heeft daarin zijn rol op te nemen. We vinden het belangrijk dat ouders zich betrokken tonen naar het kind omtrent het schoolleven.

Engagement van de ouders:

– Interesse tonen in wat er op school gebeurt is essentieel voor de motivatie van het kind en dit komt op zijn beurt de leerprestaties ten goede.
– Daarnaast nemen ouders ook een begeleidende en controlerende rol op zich. Dat houdt onder andere in dat de agenda dagelijks gecontroleerd wordt, dat studiewijzers nagekeken worden en dat de les opgevraagd wordt (via een steekproef) om te controleren of de les gekend is.
– Ook bij het leren plannen van lessen kan het kind aanvankelijk best wat begeleiding van de ouders gebruiken. Naarmate het kind ouder wordt, moet het kind de kans krijgen om meer en meer zelfstandig het huiswerk aan te pakken. Het is natuurlijk aan de ouders om zelf in te schatten in welke mate zijn kind begeleiding of controle nodig heeft. Toch blijft supervisie op het huiswerk doorheen de hele lagere school belangrijk opdat kinderen zich opgevolgd en gesteund voelen.
– Wanneer de ouders merken dat het huiswerk maken en lessen leren echt stroef gaat, kunnen zij dit steeds melden aan de klasleerkracht.

De klasleerkracht neemt op zijn beurt ook een engagement op:

– Het huiswerk wordt zorgvuldig in de agenda genoteerd.
– Hij/zij geeft duidelijke instructies over het opgegeven huiswerk.
– De leerkracht zorgt ervoor dat het huiswerk verbeterd wordt (klassikaal als door de leerkracht zelf). – Hier kan de leerkracht op verschillende manieren een krachtig leermoment aan koppelen: wanneer de leerlingen zelf de aangeduide fouten moeten verbeteren, wanneer het huiswerk klassikaal besproken wordt als extra herhalingsfase of wanneer de leerlingen mondeling of schriftelijk feedback krijgen op het huiswerk.
– De leerkracht waakt erover dat de hoeveelheid huiswerk aangepast is aan de leeftijd van het kind maar ook, in de mate van het mogelijke en rekening houdend met onderlinge verschillen (niveau, tempo), aan het individuele kind. Daarom wordt er reeds vanaf het tweede leerjaar heel vaak gewerkt met ‘magjes en moetjes’ op het huiswerk. In overleg met het zorgteam kan het zijn dat bepaalde kinderen een ‘huiswerk op maat’ aangeboden wordt.
– De leerkracht zorgt ervoor dat de agenda wekelijks genaamtekend wordt.

Engagement van de leerling:

– Agenda zorgvuldig bijhouden.
– Zorgen dat al het nodige in de boekentas zit.
– Het huiswerk netjes en verzorgd maken.
– Het huiswerk stipt inleveren.
– Wanneer iets niet helemaal duidelijk is, kan het kind extra uitleg vragen.

Rol van de studieleerkracht:

Onze school biedt ook studie aan zodat de leerlingen onder begeleiding van een studieleerkracht hun taken en lessen kunnen aanpakken. De leerkracht treedt hier op als studiebegeleider die supervisie houdt op de leerhouding van de kinderen en die helpt waar nodig. Het huiswerk helemaal verbeteren, blijft een taak van de klasleerkracht maar de studieleerkracht kan wel ingrijpen om een leerling bij te sturen.

Scroll naar boven